Dit is een mooi woord, vind je niet? Skinship.
Het duurde misschien heel even voor je de twee samengevoegde Engelse woorden in je hoofd had vertaald en weer aan elkaar gekoppeld, maar je hebt al gevóéld wat het is. ‘Skin’, huid, en ‘kinship’, verwantschap. Een warmte tussen twee mensen die tot uiting komt in een vanzelfsprekend fysiek contact. Een aanraking, een hand op de bovenarm, een omhelzing. Je hebt skinship, denk ik, met de mensen bij wie je zonder aarzeling of ongemak een kruimel uit de mondhoek weg zou vegen. Hou eens stil, hier zit iets.
Ik kwam het woord tegen in een bespreking van Past Lives, het debuut van regisseur en scenarist Celine Song. De film was dit jaar genomineerd voor de Oscar voor beste film en de Oscar voor beste originele scenario (maar won ze, afgelopen maandag, allebei niet).
Waar gaat het over? Na Young en Hae Sung zijn beste vrienden als ze twaalf zijn en in Seoul naar dezelfde school gaan. Maar zij, Na Young, verhuist met haar ouders naar Canada, waar ze de naam Nora aanneemt, en hij, Hae Sung, blijft achter. De film heeft weinig woorden nodig om hun karakters neer te zetten. Slechts een paar korte scènes, eigenlijk. Zij wil de beste van de klas zijn, ze droomt groot. Hij voegt zich ernaar en neemt slechts de ruimte in die er naast haar overblijft.
Ze verhuist. Ze nemen afscheid, ze denken dat ze elkaar nooit meer zullen zien.
Maar ze zien elkaar wel weer. Eerst twaalf jaar later, via Skype, nadat ze allebei uit nieuwsgierigheid de ander via internet hebben opgezocht. Na een tijd van intensief (hoewel dus virtueel) contact kapt zij, Nora, dat weer af — ze wil zich op haar werk als toneelschrijver richten, niet op de door nostalgie ingegeven langeafstandsrelatie die te veel ruimte in haar hoofd dreigt in te nemen.
En dan nóg eens twaalf jaar later, als hij een paar dagen naar New York komt. Zij woont daar inmiddels, ze is getrouwd met Arthur, een Amerikaanse man.
In Madison Square Park zien ze elkaar voor het eerst in 24 jaar weer. Regisseur Celine Song had de acteurs, Greta Lee (Nora) en Teo Yoo (Hae Sung), gevraagd elkaar vóór de opname van de herenigingsscène niet aan te raken, om zo alle skinship op te sparen voor dit moment.
De film gaat over aanrakingen en wat die kunnen betekenen. Elke aanraking, hoe licht ook, kan een lotsbestemming zijn. Nora legt in het middendeel van de film aan Arthur uit waar het Koreaanse begrip In-Yun voor staat:
It means “providence” or “fate”. But it’s specifically about relationships between people. I think it comes from Buddhism and reincarnation. It’s an In-Yun if two strangers even walk by each other in the street and their clothes accidentally brush. Because it means there must have been something between them in their past lives. If two people get married, they say it’s because there have been 8,000 layers of In-Yun over 8,000 lifetimes.
Ze brengen tijd door, Nora en Hae Sung, ze lopen onder de Brooklyn Bridge, ze zijn op de kermis, ze nemen de metro, ze gaan met de ferry die om het vrijheidsbeeld heen vaart, ze praten, ze praten, ze praten. Ze gaan uit eten — met Arthur erbij, de laatste avond.
En die nacht, want het is inmiddels vijf uur ’s nachts, loopt Nora met Hae Sung mee naar de plek waar een Uber zal voorrijden om hem naar het vliegveld te brengen.
Zeven minuten duurt de laatste scène van Past Lives, en er zit bijna geen dialoog meer in.
Nora en Hae Sung lopen eerst met z’n tweeën over straat, van rechts naar links. Het is alsof ze terug de tijd in lopen, naar vroeger, naar hun gedeelde verleden.
Dan staat ze stil, zij vraagt ‘Komt-ie zo?’ hij kijkt op z’n telefoon en zegt: ‘Ja, twee minuten.’
De taxi komt, hij legt z’n koffer en rugtas op de achterbank.
Wat gaat er nog gebeuren? Hoe eindigt dit? Je weet als kijker al dat hij niet zomaar zal instappen en verdwijnen. Er komt nog iets. Maar je weet ook dat dit geen Runaway Bride is, en zelfs geen The Graduate. De film heeft ons intrinsiek al beloofd, door de toon van de vertelling en de voorzichtige, afwachtende aard van de personages die we zo goed hebben leren kennen, dat er geen dramatische wendingen meer gaan plaatsvinden. De film heeft bovendien onze sympathie gevraagd voor Arthur. Dat is óók een goede vent. We hopen niet met heel ons hart dat Nora hem nu verlaat en toch nog voor Hae Sung kiest.
Dus waar kan Past Lives nog naartoe, in deze laatste minuten?
Hij stapt niet meteen in de taxi. Hij draait zich om en roept haar, en dan zien we ze even, heel kort, als twaalfjarigen in Seoul. Alsof hij dit beeld heeft opgeroepen door haar Koreaanse naam te noemen. Alleen: het is daar nu ook vijf uur ’s nachts.
Dan blijft hij nog even staan, de volwassen Hae Sung tegenover de volwassen Nora, op straat in New York, naast de wachtende Uber, en dan is dit het laatste stukje dialoog van de film, in het Koreaans:
HAE SUNG
Na Young.NORA
Mm?HAE SUNG
What if this is a past life too, and we are already something else to each other in our next life? Who do you think we are then?NORA
I don’t know.HAE SUNG
Me neither.
Dan lijkt hij iets te bedenken, hij glimlacht, en hij zegt nog:
HAE SUNG
See you then.
Het is echt bijna niets meer. Maar dit korte gesprekje is geladen met alles wat ervoor is gekomen, en dus zegt het ook heel veel.
Ze weten wie de ander vroeger was, er is een wederzijds diep begrip van hoe het begon en waar ze vandaan komen. Niemand begrijpt Nora zoals hij, niemand begrijpt Hae Sung zoals zij. Hij refereert daaraan door over het idee van In-Yun te beginnen, een concept dat ze op hetzelfde niveau begrijpen.
Het zit ook in de taal en wat er in een taal bestaan kan. Zij droomt nog altijd in die taal. Arthur hoorde haar eens Koreaans praten in haar slaap en voelde zich buitengesloten, gaf hij toe: die wereld bestaat in haar, maar hij kan er niet bij. Maar Hae Sung wóónt in die wereld.
In dit dialoogje zit ook zijn ontwikkeling. Hij zal haar niet meer najagen — hij weet dat nu. Dat was misschien waarom hij naar New York vloog, maar hij heeft gezien wie ze nu is en hij laat haar die vrouw zijn. Door deze vraag bij het afscheid te stellen geeft hij haar én zichzelf een uitweg, een soort troost: misschien zitten we gewoon nog niet aan de achtduizend ontmoetingen. Misschien komt het nog, in een later leven.
Door aan het eind te zeggen ‘tot dan’ lijkt hij te verwijzen naar dat moment, dat volgende leven dat op hen wacht, ergens.1
Daarmee gaat de film ook over ouder worden en hoe je perspectief verschuift. Er zijn dromen vervaagd en gewoontes aangenomen. Deze twee mensen zijn minder wendbaar dan vroeger, ze hebben zich neergelegd bij de loop van het leven. Dít leven.
We hebben soms de neiging alles wat we doen te zien als een stap richting wie we ooit zullen zijn, of mét wie we ooit zullen zijn. En dan komt er een moment waarop het verschuift. We staan onszelf toe eroverheen te kijken. We accepteren onze sterfelijkheid en dat niet alles waarvan we droomden zal gebeuren. Voor sommige dingen is het te laat. Dus we verleggen het perspectief. Misschien naar de volgende generatie, naar het leven van onze kinderen en wat zíj gaan doen. Misschien, als we spiritueler zijn of in iets als In-Yun willen geloven, naar onszelf in een volgend leven.
Wat als dit de weg ernaartoe slechts was, de aanloop en niet de afloop?
Een goed einde van een verhaal, hoor je weleens, is ‘surprising, yet inevitable’. Kort vóór het einde kun je niet voorspellen wat er nog gebeuren gaat, maar zodra het gebeurt, denk je: ja, natuurlijk, dit was, na alles wat het verhaal ons beloofd heeft, de enige uitkomst. Dat doet Past Lives hier zo goed.
En dan loopt ze terug naar het heden — van links naar rechts door het beeld — en daar zit Arthur, op de traptreden voor hun appartement, een sigaret te roken. Hij heeft op haar gewacht. En dan valt ze in haar armen en huilt ze, dan laat ze eindelijk haar emoties vrij, bij Arthur.
Waarmee ook hun ontwikkeling, zonder dat er nog iets gezegd wordt, compleet is. Want zij huilde als twaalfjarige veel, daar maakte de jonge Hae Sung weleens opmerkingen over, maar (zo zegt ze eerder in de film tegen hem) niet meer sinds ze geïmmigreerd is, omdat ze er al snel achter kwam dat het ‘niemand wat kon schelen’ als ze huilde. Nu huilt ze, en ze huilt in zijn armen. Ze heeft eindelijk goed afscheid genomen van Hae Sung, en daarmee ook van wie ze was geweest als ze in Zuid-Korea was gebleven.
En we gunnen het hem ook, Arthur. Dat hij deze kant van haar te zien krijgt, dat ze zo kwetsbaar durft te zijn bij hem. Dat hij haar mag troosten en met haar naar binnen loopt, waarna de deur achter hen dichtvalt.
Ik moet ineens denken aan het eind van Vanilla Sky. ‘I’ll see you in another life, when we are both cats.’ God, begin 2002 was het, bioscoop Metro in Heerhugowaard. Ik was achttien, ik had nog nooit zoiets gezien. Ik begreep de film niet echt, maar op een goede manier, of zo. En het was de eerste keer dat ik Sigur Rós hoorde.
Doet me denken aan de film ‘Cairo time’, kent een zelfde einde. Ook prachtige film trouwens. Bedankt voor dit artikel.